Klassenverschillen zijn van alle tijden en juist nu weer heel modern

Hieke de Zeeuw

In Nederland praat je niet over klassenverschillen. Iedereen is gelijk en die droom mag niet worden verstoord. Deze uitspraak is niet van mij maar van Jaap Scholten, afgelopen weekend in NRC Handelsblad. Scholten groeide op in een gegoede familie in Twente. Toch is hij, kind van de jaren ’70, een voorstander van het gelijkheidsbeginsel. Hij had vrienden van eenvoudige komaf maar woonde ook enkele jaren in Bloemendaal  voordat hij naar Boedapest verhuisde. In Bloemendaal  merkte hij iets op: ‘Het viel me op dat bij het hek van de Bloemendaalse School Vereniging iedereen heel gezellig en beleefd met elkaar babbelde. Maar er was een onderhuidse pikorde; wie je wel en wie je niet bij je thuis uitnodigde, wie wel en niet lid kon worden van de Kennemer Golf & Country Club, wie je bij elkaar aan tafel kon zetten en wie niet.’  Dat alles heeft volgens Scholten niks te maken met geld, maar alles met geboorte, contacten, opvoeding en taalgebruik.  Als je bijvoorbeeld een keer ‘eet smakelijk’ zegt of iemand uitnodigt voor je bruiloft in plaats van het huwelijk,  val je bij een aantal mensen ogenblikkelijk  door de mand. Dan word je nooit van je leven meer lid van de Bloemendaalse golfclub. Een pikorde is er echt niet alleen aan de schoolpoort in Bloemendaal. Neem een kijkje op een willekeurig schoolplein en je constateert een ranglijst in van alles en nog wat. Bijvoorbeeld of je dik of dun bent, van wie het kind in een week de meeste hobby’s kan bolwerken of de hoogste citoscores heeft, welke moeder de hoogste hakken, de meeste uggs of shabbies of de grootste foreweeldrive. Volgens mij is het denken in termen van ‘wij en zij’, waar het bij klassenverschillen op neer komt, namelijk iets heel menselijks. Iets van alle tijden ook. Juist omdat we in Nederland doen alsof iedereen hetzelfde is, maken we het nodeloos ingewikkeld.

Begin vorige eeuw was dat allemaal nog een stuk overzichtelijker.  Sonny Boy, de nieuwe film naar het bekende boek van Annejet van der Zijl, zet dat op een voor iedereen begrijpelijke manier nog een keer op een rij. Als goed gereformeerde vrouw  ging je twee keer op een zondag met je man naar de kerk. Zo niet, dan was je geen goede echtgenote. Man kon rustig vreemd gaan met de huishoudster mits stiekem in het schuurtje. Werd jij vervolgens zwanger van een Surinaamse student, dan zette de huisbaas je met baby, huisraad en geliefde gewoon op straat. De rechter besliste vervolgens dat de vier kinderen uit je vorige huwelijk nog maar één keer per twee jaar op bezoek mochten komen.  Je had dat allemaal aan jezelf te danken want je moeder had je nog zo gewaarschuwd.  De meeste mensen zijn anno 2011 blij dat deze scherpe verdeling tussen wat goed en kwaad is, of je man of vrouw bent, blank en zwart, van eenvoudige of gegoede komaf voor een groot deel is verdwenen. Het is waar wat Scholten zegt: de Nederlandse droom dat iedereen gelijk is, mag niet worden verstoord.  Het blijft toch een droom. De traditionele Nederlandse klassen zijn vervangen door een andere indeling.

Een mooi voorbeeld hiervan is de ongeschreven maar heel goed merkbare  pikorde is die tussen traditionele en commerciële cultuur, tussen symfonieorkest en musical of tussen kwaliteitsdrama en soap. Dat zie je ook weer goed in Sonny Boy. In de film treedt een aantal acteurs op dat ik de afgelopen maanden ook in veel andere Nederlandse producties heb bewonderd. Naast dat het volgens mij niet handig zo vaak op het scherm te verschijnen  (dan raken mensen te snel op je uitgekeken) denk ik:  waarom cast je Monic Hendrickx voor de minieme bijrol van afgetobde gevangene in Ravensbrück? Terwijl ze nog maar enkele weken geleden op TV verpletterende in druk maakte in in kwaliteitsdrama Penoza? Verdien je als acteur in Nederland zo weinig dat je ieder baantje moet aangrijpen? Een andere rol werd gespeeld door talentvolle jonge actrice Gaite Jansen. Zij was afgelopen tijd te zien in ontelbare producties waaronder In Therapie en is in Sonny Boy een nietszeggende dochter met een lange rok aan en een mutsje op. Gaite is in mijn herinnering nog even de anorectische tiener die op de bank bij de psychiater aan haar pizza plukt. Niet een gereformeerde jonge vrouw die ronddwaalt tussen de puinhopen van Scheveningen anno 1944. Ik kan het me niet voorstellen dat er geen andere acteurs voor handen waren die beter geschikt zouden zijn geweest voor een onopvallende bijrol.

In de talrijke tienersoaps op de Nederlandse televisie kan ik zo vijf actrices aanwijzen die prima met de matige dialogen uit Sonny Boy uit de voeten hadden gekund. Het is net of er in zogenoemde kwaliteitsproducties altijd wordt gewerkt met een bepaald kaartenbakje met toneelspelers. Dat producenten kiezen voor de veilige weg. Het old boys network. Zo iets, maar dan anders. Ik vraag me af of bijvoorbeeld Pip Pellens een kans had gemaakt als ze auditie had gedaan voor de rol van Bertha. Je had er als producent in ieder geval een heel nieuw publiek mee aangeboord.

Door de wereld van de kunst en cultuur loopt een onzichtbare grens, er is een pikorde. En daar natuurlijk niet alleen. Klassenverschillen zijn van alle tijden en hebben steeds een andere verschijningsvorm. In iedere beroepsgroep, in ieder dorp, in de raden van besturen van grote ondernemingen, in iedere subcultuur, kijk om je heen en je ziet een pikorde. Het denken in wij en zij gebeurt overal. Het groepje mensen met oud geld, waar Jaap Scholten aan refereert, wordt wel steeds kleiner. Want gelukkig zijn in zo’n clubje altijd mensen zijn die wél nieuwsgierig zijn naar mensen aan de andere kant van ‘de grens’. Grenzen vervagen en ontstaan er elders vrolijk gewoon weer nieuwe. Zo werd Daan Schuurmans van soapie tot één van Nederlands meest bewierookte jonge acteurs. Of Annet Malherbe een fenomenale Willemijn Lodewijkx in Gooise Vrouwen. Wie goed om zich heen kijkt ziet klassenverschillen. Is dat erg?

Reacties (1)

Door MirjaM B. op 04-4-2011

Goed. Verhaal, onderhoudend en consistent.

Terug naar overzicht