Is het leuk om topvrouw te worden?

Hieke de Zeeuw

Het lijkt me echt leuk om topvrouw te zijn. Je hoeft dan bijvoorbeeld nooit meer je hoofd te breken over de bereikbaarheid van de organisatie op vrijdagmiddag, een kapotte printer of de broodjes en de beamer tijdens belangrijke besprekingen. Dat gaat allemaal vanzelf. Als het een beetje meezit wordt je ’s ochtends opgehaald door een aantrekkelijke chauffeur en krijg je al je vergaderstukken geprint en geordend op tijd op je bureau. Stijgen de ziekteverzuimpercentages?  Dan zeg je tegen de verantwoordelijke manager: ‘Wat zullen we daar eens aan gaan doen?’ En daarmee bedoel je dan: wat ga jij er aan doen? Dat begrijpt die manager natuurlijk ook wel.

Vergaderen kost ook weinig tijd. Alle medewerkers hebben vooraf goed nagedacht over wat jij graag wilt horen. Ze komen daarom met passende argumenten waarop je alleen ja of nee hoeft te zeggen. Ook hoeft je in de pauze niet met een blad en een bakje salade aan te schuiven in de kantine en daar verhalen aan te horen over huilbaby’s en lastige schoonfamilie.  Je gaat gewoon heerlijk lunchen met gelijk gestemde topmannen. Zo hoor je nog eens wat. Interessante wetenswaardigheden uit de Raad van Toezicht van het Concertgebouworkest of iets van dien aard. Je breekt je hoofd ook niet meer over wat je ’s ochtends aantrekt want een powervrouw heeft kleding voor alle gelegenheden, mantelpakjes voor ieder humeur en pantalons al naar gelang het weer in de kast hangen. En als je er geen zin meer in hebt je te kleden zoals van je wordt verwacht, dan doe je op een dag gewoon een vrolijke bloemetjes jurk aan. Dat kan. Dat doet Neelie Kroes ook. Daar scoor je zelfs mee in de modebijlages van weekbladen.

Nee, topvrouw zijn, dat lijkt mij geen probleem. Topvrouw wórden, dat vraagt doorzettingsvermogen, want iedere topvrouw is ooit onder aan de ladder begonnen. En neem van mij aan, dáár is het niet altijd goed toeven. Voor vrouwen die anno 2011 in de top van een organisatie zitten heb ik echt respect. Zij hebben zich namelijk niet laten afschrikken door de grote hoeveelheid babyboomers die bij gebrek aan beschikbare vrouwen topman geworden zijn. Of die door gebrek aan gewicht boven zijn komen drijven.

Ik ben ze de afgelopen jaren veelvuldig tegen het lijf gelopen en kan een bloemlezing geven uit mijn interim praktijk. Neem bijvoorbeeld het gezichtsbepalende ICT-project voor een semi-overheidsorganisatie. Twee uur had  het voltallige team betrokkenen uitgetrokken om de puntjes met betrekking tot de planning op de i te zetten en de conclusie was eenduidig:. het koste minimaal twaalf maanden en dat was eigenlijk nog krap. Toen kwam de verantwoordelijke directeur  binnen. Wat, twaalf maanden? Veel te lang. Zes maanden, geen week langer! En weg was hij, de complete vergadering in doodse stilte achterlatend. Het project mislukte, je begrijpt het. En uiteindelijk duurde het drie jaar voordat de nieuwe website zonder fouten draaide. Ik weet niet meer wat de extra kosten waren.

Daarna werkte ik voor een manager die standaard alle voorstellen van meer dan tienduizend euro enkele weken op een stapel liet liggen. En het vervolgens afkeurde met het argument: te duur. Zelfs als het voorstel aan de andere kant honderdduizend euro bespaarde. Door gebrek aan kennis van de inhoud kon en durfde hij zo’n voorstel gewoon niet bij het verantwoordelijke bestuur verdedigen maar het duurde even voordat ik daar achter was. Voor ik in herhaling verval nog één voorbeeld. Een manager, eind vijftig, die iedere medewerker die kritisch was, vriendelijk glimlachend overlaadde met zware en tot mislukken gedoemde projecten. Dat kun jij zeker, ik geloof in je! Om hem of haar vervolgens negatief te beoordelen. Exit medewerker. Het verloop op de afdeling was groot. Het ziekteverzuim vele malen hoger dan gemiddeld.  Al meer dan vier jaar lang. En niemand greep in.

Dat mensen in dergelijke situaties op hun plek blijven zitten, niet met slaande deuren het kantoorpand verlaten en direct zzp’er worden,  heet het boiling frog syndrom. Als je kikkers in een pan met water heel langzaam opwarmt, blijven ze gewoon zitten en gaan ze  dood. Alles went, zeg maar. Maar deze managers  bepalen l voor jonge mensen de kijk op het leven bovenin een organisatie. Je krijgt het idee dat het niet gaat om de inhoud, de kwaliteit of het plezier in het werk. Ben ik cynisch? Verre van. Ik ben zelfs uitgesproken optimistisch over de kansen van vrouwen in de organisaties in de nabije toekomst. Allereerst is daar de nieuwe generatie Y. Vele onderzoeken en rapporten geven aan dat deze generatie zich niet meer laat leiden door status en salaris, maar gaat voor de inhoud en uitdaging. Ze willen niet meer tien jaar wachten totdat ze kunnen doorstromen naar boven. Leuk werk en snel een beetje, anders zijn ze weg. Deze generatie zal bijdragen aan een snelle cultuurverandering binnen bedrijven. Ook de vergrijzing en de bijbehorende uitstroom van babyboomers zal er aan bijdragen dat deze nieuwe generatie, ook vrouwen, snel op sleutelposities komt.

Het hoge opleidingsniveau en de hogere arbeidsparticipatie van vrouwen maken ook dat zij veel meer dan twintig jaar geleden, meedoen en bijdragen. Het gaat niet snel, maar het aandeel vrouwen in alle niveaus van de organisatie neemt toe. En mannen gooien bovendien vrolijk hun eigen glazen in. Onlangs meldde het SCP dat voor het eerst in de geschiedenis jongens een lager opleidingsniveau hebben dan hun ouders. In Amerika behaalden er in 2010 voor het eerst meer meisjes dan jongens een universitaire graad. Misschien duurt het nog even, maar ik ga er van uit dat we over enkele decennia na het bezoek aan een nieuwjaarsreceptie zullen zeggen: er waren vooral  bloemetjesjurken en grijze pakken.

Comments are closed.

Terug naar overzicht